Een goede film begint met een idee. Maar hoe kom je aan geld om dat idee vervolgens te ontwikkelen en te realiseren? De redactie kreeg vijf tips van filmmakers Sven Peetoom en Juliette Dominicus (‘Indisch Zwijgen’), Vincent Sparreboom (‘Mama Mania’, ‘At The Feet of My Mother’) en Marieke Widlak (‘Nu of nooit meer’, ‘Centen van Knegsel’, ‘CORRIE’).

Gebruik geen dure subsidietaal, maar schrijf op wat jíj belangrijk vindt en waarom jíj dit wil maken

Marieke Widlak

Tip 1: Verbeter je filmplan met input van anderen

Om die zak met geld binnen te slepen, moet je bijna altijd een filmplan schrijven. Maar hoe zorg je dat je filmplan compleet en overtuigend is?

Marieke Widlak: ‘Als je geen schrijver bent, heb je veel baat bij een producent. Die snapt de structuur van zo’n filmplan. Hoe persoonlijker je schrijft, hoe makkelijker je de lezer meeneemt. Gebruik geen dure subsidietaal, maar schrijf op wat jíj belangrijk vindt en waarom jij dit wil maken.’

Vincent Sparreboom: ‘Vraag schrijfadvies aan iemand uit de culturele sector of van een fonds. Het kan zelfs een scenarist of dramaturg zijn.’

Sven Peetoom: ‘Als je wordt afgewezen, wees brutaal en bel op om te vragen waarom. Dan kun je die feedback meenemen in je volgende subsidieaanvraag.’

Marieke Widlak: ‘Laat je plan door diverse mensen nalezen, dus niet alleen door mensen uit het filmveld, maar ook door bijvoorbeeld een familielid. Zo ontdek je wat mensen aantrekt in je plan of wat nog te onduidelijk is. En houd in je achterhoofd dat het schrijven van een filmplan veel tijd kost. Emotionele betrokkenheid bij je filmonderwerp is een krachtige drijfveer die helpt om je plan te schrijven.’

Still uit 'CORRIE'

Koop een eigen camera, dat geeft enorm veel vrijheid

Vincent Sparreboom

Tip 2: Wees niet te afwachtend en begin klein

Veel fondsen zijn benieuwd naar eerder werk van makers. Als jij al een (afstudeer)film hebt gemaakt die je kunt laten zien bij een subsidieaanvraag, laat je zien dat je al wat ervaring hebt als regisseur. Een eerste film hoeft niet meteen een meesterwerk te zijn en kan kleinschalig opgezet worden, maar waar moet je beginnen?

Vincent Sparreboom: ‘Koop een eigen camera, dat geeft enorm veel vrijheid. Je hebt dan geen cameramensen nodig en kan meteen starten met draaien. En treed zo vroeg mogelijk naar buiten met wat je gemaakt hebt. Wees niet te afwachtend omdat je film niet perfect is, maar stuur deze op naar filmfestivals.’

Sven Peetoom: ‘Het is als autodidact belangrijk dat je de mentaliteit hebt om zelf dingen op te zetten. Ga bijvoorbeeld bedrijfsvideo’s of korte webseries maken.’

Marieke Widlak: ‘Mijn afstudeerfilm Nu of nooit kostte ongeveer vijfhonderd euro, heel low budget dus. Dat kon omdat iedereen gratis meewerkte, mijn huisgenoot al een camera had en mijn familie het onderwerp was. Uiteindelijk won ik er de Wildcard mee van het Filmfonds en kon ik een nieuwe film maken.’

Still uit 'Indisch Zwijgen'

Op filmfestivals ontmoet je professionals die met je mee kunnen denken

Juliette Dominicus

Tip 3: Ga netwerken

Juliette Dominicus: ‘Er zijn in Nederland veel filmfestivals met speeddates, rondetafelgesprekken en pitchmogelijkheden. Dit zijn plekken waar je professionals ontmoet die met je kunnen meedenken. Je kunt ook samen met je cameraman of producent gaan als je het spannend vindt. Er zijn vaak ook netwerkborrels waar je laagdrempelig veel professionals en andere makers spreekt.’

Marieke Widlak: ‘Ik vind een ontwikkeltraject als IDFA Project Space ook een aanrader. Als beginnende maker heb je na je opleiding meestal niet zo veel contact meer met andere makers. Bij zo’n traject heb je dat wel en kun je struggles met elkaar bespreken.’

Vincent Sparreboom: Ik heb gemerkt dat mensen het best leuk vinden een dag gratis mee te werken aan een film. Vraag studenten van filmopleidingen. Die hebben er baat bij voor hun eigen portfolio en het zijn vaak hele goede geluids- en cameramensen.’

Still uit 'At the Feet of My Mother'

Achteraf heb ik spijt dat ik niet eerder contact zocht met een producent

Vincent Sparreboom

Tip 4: Maak gebruik van de kennis en het netwerk van producenten

Je eigen film regisseren én produceren vraagt veel energie, tijd en doorzettingsvermogen. Daarnaast hebben veel fondsen als voorwaarde dat de subsidieaanvraag ingediend wordt door een productiehuis en niet door de regisseur zelf. Wat zijn de voordelen van samenwerken met een producent?

Vincent Sparreboom: ‘Ik heb best lang gewacht voordat ik een producent benaderde, omdat twijfelde of mijn filmidee goed genoeg was. Achteraf heb ik spijt dat ik niet eerder gemaild heb, want hierdoor zijn een aantal plannen niet van de grond gekomen.’

Daarnaast beamen Widlak en Dominicus dat het fijn is als je je kunt focussen op het creatieve proces in plaats van je druk te maken om productionele zaken.

Marieke Widlak: ‘Ik vind het heel fijn om met een producent te sparren, ook als mijn idee nog heel klein is. Het is wel heel belangrijk dat je een goede klik hebt met je producent en dat deze jou voldoende vrijheid geeft om je eigen idee te ontwikkelen. Daarnaast weten producenten heel goed hoe subsidieregelingen in elkaar zitten.’

Vincent Sparreboom voegt daaraan toe: ‘Producenten kunnen ook makkelijker contact leggen met een omroep. Het geeft credibility als een producent achter je plan staat.’

Ook hebben producenten een netwerk aan crewleden en andere filmprofessionals die ze aan jou kunnen koppelen. Denk aan ervaren sound designers of color graders. Als het niet meteen lukt om een producent te vinden, heeft Sven Peetoom een aanvullende tip:

‘Wij hebben zelf een stichting opgericht. Het is een beetje gedoe, dus ik adviseer samen met iemand uit te zoeken hoe dat werkt. Vanuit een stichting kun je bij meer fondsen aanvragen. Met het geld dat we zo voor Tussen wal en schip binnenhaalden, konden we later alsnog naar een producent stappen. Het schept vertrouwen als je alvast wat geld onder je arm hebt.’

Benieuwd welke producenten er zijn? Hier vind je een overzicht en contactgegevens.

Still uit 'Mama Mania'

Betrek je doelgroep bij het maakproces

Sven Peetoom

Tip 5: Denk ook eens aan kleine, lokale fondsen of crowdfunding

In Nederland zijn er diverse filmfondsen, zoals het Filmfonds en NPO-fonds waar je subsidieaanvragen kan indienen. Helaas voldoen niet alle beginnende makers aan de voorwaarden. Let daar dus op voordat je met een ingewikkelde aanvraag begint. ‘Als autodidact moet je soms voor de zijpaadjes kiezen in plaats van de snelweg’, zeggen Sven Peetoom en Juliette Dominicus.

Crowdfunding
Juliette Dominicus: ‘Voor Indisch Zwijgen hebben na veel afwijzingen een crowdfunding opgezet. Wat heel erg hielp is dat we in een vroeg stadium een community zijn gaan opbouwen, met een Instagramaccount en website. Toen we eenmaal met onze crowdfunding begonnen, hadden we al duizend volgers.’

Sven Peetoom: ‘Indisch Zwijgen gaat over een maatschappelijk onderwerp dat veel mensen aanspreekt. De doelgroep was nauw betrokken bij de crowdfunding. Kijk ook of je doelgroep te vinden is via groepspagina’s op Facebook.’

Kleine, lokale fondsen
Het is niet makkelijk om je complete filmbudget met crowdfunding bij elkaar te sprokkelen. De meeste makers vullen hun gesponsorde financiering aan met kleinere fondsen. Maar hoe vind je die?

Vincent Sparreboom tipt het Fondsenboek: ‘Dat boek ligt in de meeste bibliotheken. Zoek op het thema van je film, bijvoorbeeld psychologie of zorg.’

Sven Peetoom: ‘Gemeentes en provincies hebben soms ook subsidieregelingen. Die subsidieverstrekkers zijn vaak minder streng op dramaturgie dan filmfondsen. Onze ervaring is dat kleine fondsen vaak minder ingewikkelde voorwaarden hebben vergeleken met grote fondsen. Soms mag je de aanvraag zelfs indienen zonder producent, zoals bij Amarte.

Still uit 'Indisch Zwijgen'

Over de geïnterviewden

Marieke Widlak (1993)
Marieke Widlak studeerde Ruimtelijk Ontwerp aan de Willem de Kooning Academie te Rotterdam. Als afstudeerproject maakte ze daar de documentaire Nu of nooit meer, waarmee ze diverse prijzen won, waaronder de Wildcard van het Filmfonds. Haar tweede documentaire Centen van Knegsel (2020) maakte ze samen met BNNVARA als onderdeel van het Teledoc Campus-traject. Met het gewonnen budget van de Wildcard maakte ze de korte documentaire CORRIE (2022), uitgezonden door KRO-NCRV en geproduceerd door Tangerine Tree. Momenteel werkt Widlak aan een nieuwe productie met Tangerine Tree en de EO.

Vincent Sparreboom (1993)
Vincent Sparreboom is documentaireregisseur en cameraman. In 2021 studeerde hij af aan de HKU met de korte documentaire At the Feet of My Mother. De film werd geselecteerd voor onder andere het Nederlands Film Festival, Go Short en Busan ISFF, waar het de publieksprijs won. Tijdens zijn eerste jaar aan de HKU maakte Vincent de korte documentaire Mama Mania. De film werd op meer dan dertig filmfestivals vertoond waaronder DOK Leipzig en Go Short. Beide films van Sparreboom werden geselecteerd voor Makers van Morgen. Momenteel werkt Sparreboom aan een 2Doc-productie met Zeppers Film & TV en omroep HUMAN.

Juliette Dominicus (1997) en Sven Peetoom (1993)
Filmmakersduo Juliette Dominicus en Sven Peetoom maakte de korte documentaire Indisch Zwijgen (2022). Deze werd geselecteerd voor Makers van Morgen, kreeg nationale persaandacht rond de Nederlands-Indië herdenking en kreeg een bioscooprelease. Momenteel werkt het duo aan de afronding van Tussen wal en schip, een lange documentaire die in 2025 in de bioscoop te zien is. Sven Peetoom studeerde Film- en Literatuurwetenschap aan de Universiteit Leiden en een jaar documentaire regie aan de European Film College in Denemarken. Hij maakte verschillende fictiefilms, webseries, documentaires, theaterstukken en video-installaties. Juliette Domincus behaalde de Master Film en Documentaire aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als freelance filmmaker en researcher.