Makers van Morgen

Onbegrepen

VPRO

Complottheorieën: In de media en de politiek worden aanhangers ervan vaak afgeschilderd als irrationeel en gevaarlijk. Maar klopt dat beeld wel?

'Het heeft geen zin om mensen weg te zetten, belerend toe te spreken of gewapend te komen met je feiten.'

In gesprek met Maker van Morgen Wigbert Riphagen

Tekst: Kitty Munnichs

‘Complotdenkers’ of ‘wappies’. Hoe moeten we ons verhouden tot de alternatief denkende medemens? Als eindproject voor zijn studie Mediavormgeving maakte Maker van Morgen Wigbert Riphagen (1994) de korte documentaire ‘Onbegrepen’. Hierin probeert hij een ander perspectief te bieden op complotdenken. Hij gaat in gesprek met waarheidszoeker Martijn en sociologe Jackie Ashkin.

Waarom een documentaire over dit – toch wel ingewikkelde – onderwerp?
‘Ik vind het fenomeen van de complotdenkende mens erg interessant. Dit speelt overal, ook in mijn omgeving. Iedereen kent wel iemand die anders denkt over corona of er alternatieve theorieën op na houdt. Corona heeft het complotdenken erg doen opvlammen, maar complottheorieën zijn van alle tijden. Ook nu corona steeds meer naar de achtergrond verdwijnt in de media, blijven er mensen die wantrouwig tegenover de overheid staan. Die discussies verdwijnen misschien, maar de onderliggende sentimenten zijn niet weg.’

Er zijn veel termen om mensen met complotdenkbeelden mee te benoemen, ‘wappies’, ‘gekken’, ‘complotdenkers’. Welke woord vind jij het beste passen?
‘Waarheidszoekers. Dat vind ik een mooie term. Deze term komt uit het boek van Jaron Harambam, The truth is out there. Dat was voor mij het startpunt voor deze documentaire. Harambam vindt dat het woord ‘complotdenker’ een stigmatiserende stempel is. Het is volgens hem niet productief om andersdenkenden als ‘gek’ weg te zetten. Ik ben het met hem eens.’

Wat was het lastigste bij het maken van deze documentaire?
‘Het was het lastig om iemand bereid te vinden met mij te praten. Zowel het vinden van een waarheidszoeker als een socioloog was lastig. Aanvankelijk dacht ik dat het makkelijk zou zijn iemand met complotdenkbeelden te vinden via Telegramgroepen – een belangrijk communicatiemiddel voor andersdenkenden. En ik vond ze ook wel, maar niemand wilde voor de camera vertellen. Daarom was ik erg blij toen ik Martijn vond. Martijn voelt het als zijn roeping om te vertellen over zijn waarheid. Hij is heel open en aardig. Hij denkt alleen wat anders dan ik.’

Er is een heel scala aan mensen die wantrouwend is over het coronabeleid, of in meer of mindere mate in complottheorieën gelooft. Toch kies je in jouw documentaire voor één waarheidszoeker. Waarom?
‘Martijn is inderdaad maar één voorbeeld van een waarheidszoeker. Hij zit een beetje in het midden: er zijn veel gematigdere denkers, maar je kunt ook nog veel dieper de rabit hole in. Martijn had bijvoorbeeld nog niet over de QAnon beweging gehoord.’

‘Corona heeft het complotdenken erg doen opvlammen, maar complottheorieën zijn van alle tijden’

Lees het interview verder onder de afbeelding.

Wanneer sociologe Jackie Ashkin spreekt over complotdenkers, spreekt ze over mensen met een ‘compleet wantrouwen in de wereld en de manier waarop die werkt’. Ze zegt dat dit wantrouwen niet ‘gek’ is, maar ‘een product van de tijd en de cultuur waarin we leven’. Ze pleit ervoor de zorgen van mensen te achterhalen, zonder hun ideeën als ‘gek’ of ‘verkeerd’ weg te zetten. Ben je het met haar eens?
‘Ja. En door de gesprekken met Jackie Ashkin begrijp ik beter hoe mensen bij bepaalde ideeën komen: Wanneer de wetenschap of de politiek geen heldere antwoorden geeft of kan geven, vallen er gaten. Die gaten zullen altijd opgevuld worden met nieuwe theorieën.

Door het gesprek met Ashkin zie ik ook in dat we mensen serieus moeten blijven nemen. Ze zegt het heel mooi: mensen serieus blijven nemen, ook al nemen we hun theorieën niet serieus. Mensen wegzetten, belerend toespreken of gewapend komen met je feiten, dat heeft geen zin. We moeten blijven luisteren naar de oprechte zorgen van mensen. Tegelijkertijd merk ik ook hoe lastig het is om dat handen en voeten te geven. Het is een leuke theorie, maar het is moeilijk hoe je het in de praktijk moet brengen.’

Hoe was het voor jou om met Martijn te spreken?
‘Ik vond het dapper dat hij mij zijn ideeën en zorgen toevertrouwde. Hij vertelde erg open, daarin stelde hij zich kwetsbaar op. Aan het einde van het interview gaf zijn vriendin toe niet te weten dat hij er zo pessimistisch in stond, daar was ze wel van geschrokken.

Tijdens het interview heb ik me wel moeten inhouden. Ik wilde hem echt aan het woord laten, eerlijk zijn zorgen achterhalen, zonder zijn theorieën aan de kant te zetten. Dat heb ik geprobeerd. Maar ook heb ik hem wat kritische vragen gesteld. En dat is fair: het is niet alsof ik met hem mee moet praten. Kritische vragen zijn ook juist nodig om iemand aan het denken te zetten over diens standpunten en hoe die daartoe gekomen. Maar het is en blijft een lastige balans.’

Heb je nog contact met Martijn? Hoe gaat het met hem?
‘Ja, we hebben nog contact. Soms stuurt hij me berichtjes dat hij mee heeft gedaan aan demonstraties. Hij is steeds activistischer geworden over zijn standpunten. [Lachend:] Soms vraagt hij mij om documentaires te maken over de corruptie binnen de overheid, bijvoorbeeld, maar ik weet niet of dat nou echt mijn onderwerp is.’

Dit is jouw eerste documentaire, wat zijn nu jouw plannen?
‘Ik vind het mooi om verhalen te vertellen over mensen die leven in de marge, de minderheden. Op dit moment ben ik een beetje zoekende naar wat ik wil doen. Ik loop nu stage bij de EO, daar leer ik de televisiekant wat beter kennen. Hiernaar zou ik graag naar de HKU te gaan om Audiovisuele Media te studeren. Dat is nu het plan.’

Het is een leuke theorie maar het is moeilijk hoe je het in de praktijk moet brengen’

Wigbert Riphagen

Meer over dit onderwerp