Trailer

De roze revolutie

VPRO

Een vierdelige documentaireserie waarin regisseur Michiel van Erp vanuit zijn persoonlijke verwondering de historie van de LHBT-beweging in Nederland onder de loep neemt.

In 1975 kwam Michiel van Erp erachter dat hij homo is, sindsdien maakt hij deel uit van de LHBTQIA+-community en maakt hij 'alles mee'. Van de groeiende vrijheden die de beweging veroverde in de jaren 70, de aidsgolf die erop volgde tot de steeds groter wordende intolerantie tegen LHBTQIA+-ers heden ten dage.

Van Erp laat het verhaal van binnenuit vertellen door de mensen die er een halve eeuw geleden al bij waren én degenen die nu van zich laten horen.

Archiefbeelden van persoonlijke en gezamenlijke sleutelmomenten omlijsten letterlijk hun verhalen in een speciaal voor de serie ingerichte studio. De persoonlijke gesprekken laten emotionele toppen en dalen zien: de vrijheid om jezelf te kunnen zijn is een groot goed dat nog steeds bevochten én gevierd moet worden.

Podcast '2Doc belt met Boeijen'

Afleveringen

‘Er zit geen strategie achter. Met deze vertelvorm ben ik het avontuur aangegaan’

In gesprek met regisseur Michiel van Erp

Tekst: Abel Vos

Regisseur Michiel van Erp (1963) wilde voor zijn nieuwste project op bezoek bij mensen uit de LHBTIQ+-gemeenschap. Bij hen thuis, in het uitgaansleven of bij Pride Amsterdam, naar het homomonument of naar concerten. Door corona liep het anders. In ‘De roze revolutie’ gaat de gelauwerde regisseur met zijn gasten in gesprek in een speciale studio vol grote schermen met daarop archiefbeelden. Hoe kijkt hij terug op dit maakproces? 

Je maakte vaker films over mensen uit de LHBTIQ+-gemeenschap. Waarom zoom je nu voor het eerst uit?
‘Ik was niet zo strijdlustig meer over de LHBT-beweging; bijna laconiek. Ik had me er bijna bij neergelegd dat ik weleens werd uitgescholden of dat er in de media lelijke dingen werden geschreven over mijn gemeenschap. Ik wilde wat meer voor mezelf opkomen. Omdat ik eenmaal film, wilde ik het in dit medium doen. Veel van mijn films hebben LHBT-personages, maar met deze serie zoom ik inderdaad uit. Het is heel direct. Met deze serie hoop ik iets bij te dragen aan de strijd.’

Waarom moeten mensen deze serie zien?
‘Voor mensen die niet goed zijn ingelezen in de LHBTIQ+-gemeenschap geeft het een goed inkijkje in de dilemma’s waar wij voor staan in ons leven. Daar wordt soms te makkelijk over gedacht. Maar ook binnen de gemeenschap bestaat er onwetendheid of onbegrip: de verschillen tussen jong en oud zijn heel groot. De jonge generatie weet vaak niet wat de oude generatie heeft meegemaakt en andersom weet de oudere generatie vaak niet wat al die letters betekenen en wie de mensen daarachter zijn. Ik hoop dat mensen zich door deze serie realiseren: ‘Oh, dát speelt er in jouw leven.’ Ik hoop dat het een steentje bijdraagt aan een betere maatschappij. En dat we het over tien jaar helemaal niet meer over hetero’s of LHBT’ers hebben, maar dat we één samenleving zijn.’

Hoe zorgde je ervoor dat je iedereen uit de LHBTIQ+-gemeenschap een stem gaf? Is dat mogelijk?
‘Deze serie bestaat uit vier thema’s, waarbij elke aflevering een onderwerp behandelt. Daar hebben we personen bij gezocht, zodat alle letters van de ‘lettersoep’ vertegenwoordigd zijn. Maar het hoeft niet allemaal te kloppen of compleet te zijn: ik vertel het verhaal vanuit mijzelf als ervaringsdeskundige. Het is tenslotte niet alleen een geschiedenisprogramma.

We spaken zo’n veertig mensen, iedereen ongeveer drie kwartier tot een uur. Daardoor zijn er veel verhalen niet verteld. Het is heel lastig selecteren, maar het geheel moet kloppen. Het doet er niet toe als de een korter aan het woord is dan de ander. Ik kreeg na de eerste aflevering berichten van: ‘Ga je daar en daar nog aandacht aan besteden?’ Dat vind ik niet erg en ik begrijp het. Maar het is denk ik niet mogelijk om iedereen te betrekken in een documentaire.’  

'Het hoeft niet allemaal te kloppen of compleet te zijn: ik vertel het verhaal vanuit mijzelf als ervaringsdeskundige'

Heeft deze serie jouw beeld over de gemeenschap veranderd?
‘Dat kan ik niet echt zeggen. Wel dat ik vind dat de jonge generatie zo strijdlustig is, van zich afbijt en over deze onderwerpen praat. Ze kijken echt vooruit. Dat vind ik leuk om te zien, want die generatie kende ik minder goed.’

De afleveringen vinden plaats in een grote studio. Wat is het idee daarachter?
‘De hoofdpersonages zitten als het ware in hun eigen archief, hun eigen herinnering. Grote schermen geven dat goed weer. Ook leek het me een goed idee om zelf in beeld tegenover de personages te zitten, waardoor we echt met elkaar konden praten. We hebben het niet uitgetest of iets anders geprobeerd. We zijn het gewoon gaan doen, en het werkte. Het was wel wennen hoor, vooral bij de montage. Als documentairemaker is het natuurlijk best gek om zo lang over jezelf te praten. Het is zo atypisch voor mijn werk: ‘God, wat doen we hier nou mee?’, dacht ik soms.’

‘Er zit geen strategie achter. Met deze vorm ben ik het avontuur aangegaan. Zo werkt het in mijn hoofd het beste. De serie had niet veel budget, dus we moesten veel interviews draaien op een dag. Als ik vervolgens zes gesprekken van een uur achter elkaar deed, moest ik wel goed kijken hoe het ook alweer zat met alle vragen en onderwerpen. Op een geven moment ben je bek af. Aan het eind van de dag weet je niet meer wat je aan het begin besproken hebt. Dat is misschien maar goed ook.’

Wat vond je lastig aan dit filmproces?
‘Gaat het nog wel ergens over? Tijdens het montageproces lag ik soms wel wakker met die vraag. Ik wist dat de gesprekken goed waren gegaan. Toch vroeg ik me soms af of alle losse gesprekken wel een mooi en inhoudelijk geheel zouden vormen. Er keken weinig mensen naar de eerste uitzending, maar ik werd wel overspoeld met emotionele reacties. Dat zeg ik niet om op te scheppen, maar omdat ik het bijzonder vind hoe het mensen heeft geraakt. Daar ben ik heel blij mee, dus mijn missie is geslaagd.’

In de media

Meer over Pride